Het park van de juwelen
Het is nog vroeg wanneer ik met de hond ga wandelen. De kleurrijke herfstbladeren op de grond maken een knisperend geluid onder mijn voeten. Er hangt een vage mist over de weg. Afgelopen week had ik op ditzelfde pad nog een klein geluksmomentje toen ik een eekhoorn zag oversteken. De herfstkleuren, het gekraak van de bladeren en de stilte brengen mij in gedachten even terug in het Norbulingkapark.
Thuis aangekomen zet ik een kop thee, nestel mij in een comfortabele stoel en pak mijn boek erbij om alles over het park nog eens rustig terug te lezen.
Het is heerlijk weer om door het park te lopen. De wind zorgt ervoor dat het wat kouder aanvoelt, maar de zon schijnt. In het park zie ik pas echt dat het herfst is. Het hele pad ligt bezaaid met droge, dorre bladeren. Bij elke stap, die ik zet, hoor ik de bladeren kraken onder mijn schoenen. Het Norbulingka park wordt ook wel het park van de juwelen genoemd, maar van het weelderige park dat het ooit was, is weinig meer te zien. Ik probeer mij een voorstelling te maken hoe het vroeger was, een groen park waar de pauwen en de herten vrij rondliepen. Wat ook niet echt helpt is dat de bomen bijna kaal zijn en niet behangen met felgroene bladeren, zoals in de zomer tijdens het Shötun, het yoghurt festival. Dan wordt het park overgenomen door de lokale bevolking die hier massaal neerstrijkt om te picknicken. Er worden tenten opgezet en een paar dagen feest gevierd.
Het Lukhang paviljoen is een aangelegd meer waarin drie eilanden zijn gecreëerd. Op het eiland staat in het midden een pagodeachtige tempel, de Tsokyil Podrang. Hier is een geneeskrachtige bron, de reden waarom de 7e Dalai Lama dit park ooit in 1755 aan heeft laten leggen. Hij had gezondheidsproblemen en kwam hier elk jaar baden. De dierentuin laten wij voor wat hij is. Volgens Dölma, de gids, niet echt de moeite waard om te bezoeken, de vertrekken zijn oud, klein en grotendeels leeg. Deze dierentuin is ooit gebouwd om onderdak te bieden aan de vele exotische dieren, die de Dalai Lama cadeau kreeg. Ooit liepen hier tijgers, beren en slingerden er apen rond. Het hoofdpad, wat we met z`n drieën volgen, leidt ons langs de bezienswaardigheden in het park. Je loopt eigenlijk via het pad van paleis naar paleis.
Chensal Podrang was het paleis van de 13e Dalai Lama. Op de begane grond is een grote ruimte met daarin alle voertuigen. Ik kijk mijn ogen uit. Alles staat helemaal vol met oude auto`s, rijtuigen en fietsen. “De meeste voertuigen waren cadeau`s van politici van over de hele wereld”, zegt Dölma. Ze werden uit elkaar gehaald in India en op de rug van yaks over de Himalaya vervoerd om hier door monteurs weer in elkaar gezet te worden. Waar ze geen rekening mee hielden, is dat er in die tijd in Tibet bijna geen wegen waren en het moeilijk was om aan brandstof te komen. De auto`s zijn daarom niet of bijna niet gebruikt. Ik moet lachen als ik bij een oude Austin de nummerplaat lees. Tibet 1 staat erop, zou er ook een Tibet 2 zijn vraag ik mij af? Dölma vertelt dat een van de gekregen auto’s door Heinrich Harrer werd gebruikt om de generator van de bioscoop te laten draaien. Wie de film ‘Seven Years in Tibet’ heeft gezien, wist dit natuurlijk al en ook dat de Dalai lama met een van deze oude auto’s tegen een muur tot stilstand kwam na een kort ritje door het park met zijn broer. De authentieke draagstoel waarin de Dalai Lama elk jaar op de 18e dag van de derde zonmaand vervoerd werd, staat hier ook tussen. Hij verhuisde tijdelijk van het Potala om vervolgens voor zes maanden in het Norbulingka paleis te gaan wonen. De processie van de Dalai Lama en zijn entourage was voor veel bewoners van Lhasa de highlight van het jaar. Hier in deze ruimte proef ik de sfeer en grandeur die het park ooit gehad moet hebben. Misschien ziet het er hier in de zomer wel heel anders uit, als de bloemen in bloei staan. En komt het gewoon door de herfst, dat het park er een beetje troosteloos uit ziet.
Wat mij tijdens de wandeling aan het park opvalt is dat de paleizen allemaal ommuurd zijn. Via een poort in de muur kom je uit op een binnenplaats. Meestal is met bloempotten een pad gemaakt naar de ingang van het gebouw. De potten staan op kleur en hoogte in rijen achter elkaar. De meeste bloemen zijn nu uitgebloeid. Maar wanneer dit allemaal in bloei staat moet het een prachtig gezicht zijn. Het oranje van de afrikaantjes wat goed afsteekt bij de fuchsia’s en gele bloemen. Wat alle paleizen hier ook gemeen met elkaar hebben, zijn de prachtig bewerkte poorten met houtsnijwerk. Ze zijn rijkelijk gedecoreerd en in felle kleuren geschilderd. De deurknoppen zijn groot en enkele in de vorm van een dierenkop. In tegenstelling tot de rest van het park zijn de gebouwen en binnenplaatsen goed onderhouden. De gebouwen zijn nog niet zo lang geleden allemaal opnieuw geschilderd.
Ik sta voor het belangrijkste gebouw in het park: het Takten Migyur Podrang, het paleis van de huidige Dalai Lama. Om de ronde vijver voor het paleis staan potten met bloemen. In de vijver spuit een fontein het water omhoog om het weer opnieuw op te zuigen en vervolgens met veel kracht weer uit te spugen. Op het dak staat een goudkleurige dharmawiel met aan beide kanten een hert. Dit staat symbool voor de Boeddhistische leer. Er wordt ook wel gezegd dat Boeddha het wiel van de leer in beweging heeft gezet. Je ziet het vaak bovenop het dak van boeddhistische kloosters. Vóór dit paleis komen de meeste pelgrims naar Norbulingka. De grote bijeenkomstruimte is zeer indrukwekkend. Op de muur staan in meer dan 300 scènes de geschiedenis van Tibet verteld. Dölma wijst aan waar het verhaal begint en hoe we de muurschildering moeten lezen. Zo gedetailleerd geschilderd, niet normaal gewoon! We volgen de vele pelgrims, die overal katags offeren. Nu begrijp ik waarom we in de rest van het park bijna niemand tegenkwamen. Iedereen zit hier! In deze ruimte ontving de Dalai Lama staatshoofden en andere officiële mensen. Hier staat dan ook zijn gouden troon. Als we de ruimte uitlopen, bewonderen we de shambhala fresco van een kalachakra mandala. Het voelt raar om door het privé gedeelte te lopen, door zijn slaapkamer met aangrenzende badkamer. Naast zijn bed staat een gekregen Philipsradio. De Dalai Lama heeft hier uiteindelijk maar drie zomers doorgebracht en is vanuit dit paleis gevlucht naar India. Wat mij het meest ontdaan heeft tijdens dit bezoek aan Norbulingka, maar vooral aan de laatste ruimtes, is dat het er nog net zo uitziet als de Dalai Lama het heeft achtergelaten. Je voelt zijn aanwezigheid gewoon nog. En ondanks dat ik weet dat het helaas niet gaat gebeuren, lijkt het alsof de Dalai Lama elk moment binnen kan komen wandelen met een kopje thee in zijn handen en neerstrijkt in zijn stoel, luisterend naar de geluiden uit de Philipsradio…
Marieke Keurentjes- van den Brink
Alle foto’s: Mariek Keurentje- van den Brink.
Foto top: